TUSSEN DE MAAGD VAN GENT EN MAGDEBURG…
Alternatief scenario
voor historici en stadsarcheologen
betreffende het ontstaan van Gent - populair vertaald...
(wordt continu vervolgd en aangevuld...)
EEN 'KUIP' VOOR GENT...?
Dateert
de symbolische voorstelling van de Maagd van Gent binnen een soort 'ringwalburg
met palissade' (?) slechts uit de 14de eeuw of is zij ouder? En waar komt de benaming
‘Kuip’ van Gent vandaan? Hoe is term aan het oudste Gent blijven kleven - en niet elders?
"Een
wetenschappelijke theorie kan nooit als ultieme waarheid aanvaard worden, omdat
één voorbeeld genoeg kan zijn om 'm onderuit te halen. Sterker
nog, alles wat we nu zeker lijken te weten is gebaseerd op het afwijzen van
eerdere wetenschappelijke theorieën. Daarom mogen er geen heilige huisjes in de
wetenschap bestaan, en in plaats van te wachten op een briljante nieuwe
ingeving, moeten we ons juist bezig houden met het verwerpen van ideeën die hun
langste tijd hebben gehad..."
(Karl Popper)
(Meer dan een kwarteeuw beroepshalve
betrokkenheid, zelfs passie voor de disciplines architectuur, stedebouw,
monumentenzorg, Gentse geschiedenis en archeologie, en dito toegankelijkheid tot archieven
heeft ervoor gezorgd dat ik met de topografie en de geschiedenis van Gent
vergroeid ben – I’ve got it under my skin…)
Nieuwe
griffels – schone leien.
Het fenomeen
ringwalburg in NW Europa
De ringwalburg of circulaire versterking, een 'kuip'-vormige en omvangrijke met palissade(n) versterkte aarden
ringwal-met-palissade-en-gracht uit de (8ste) 9de - 10de (11de) eeuw aangelegd in opdracht van een centraal bestuur, is de rechtstreekse voorloper van het aarden heuvelkasteel, de Normandische motte.
Er kan worden gesteld dat, net als de lenen naarmate het feodale tijdperk vorderde zich verder fragmenteerden, ook de omvang van de versterkingen in aantal toenam en verhoudingswijs inkromp.
Onderscheid kan gemaakt tussen Saksische, Frankische (Karolingische), Slavische en Scandinavische types, alhoewel continuïteit of wederzijdse beïnvloeding niet is uit te sluiten.
Er kan worden gesteld dat, net als de lenen naarmate het feodale tijdperk vorderde zich verder fragmenteerden, ook de omvang van de versterkingen in aantal toenam en verhoudingswijs inkromp.
Onderscheid kan gemaakt tussen Saksische, Frankische (Karolingische), Slavische en Scandinavische types, alhoewel continuïteit of wederzijdse beïnvloeding niet is uit te sluiten.
Nieuwe
archeologische bodemonderzoeken leiden tot gewijzigde inzichten over de
ontstaansgeschiedenis van sommige van onze oudste steden: oudere (Veurne, België) of recente opgravingen (Middelburg en Zupthen, Nederland; Hamburg en Magdeburg, Duitsland) zouden de traditionele
geschiedschrijving wel eens duchtig door elkaar kunnen schudden…
Steeds meer
embryonale (pre)stedelijke structuren opklimmend tot eind 9de en 10de eeuw wijzen zich uit als zijnde van het type 'ringwalburg'...
Accept,
adapt and improve…
De val van
het Berlijnse Muur heeft ook voor archeologie en geschiedenis nieuwe
perspectieven geopend. De kennis van West- en Centraal-Europese middeleeuwse
geschiedenis kreeg door de gemakkelijker toegang tot de resultaten van het archeologisch
onderzoek achter het IJzeren Gordijn een boost.
De middeleeuwse geschiedschijving wordt er door deze opgedreven kennis
evenwel niet eenvoudiger op. Meer nog – de West- en Centraal-Europese geschiedenis
tussen de 7de en 11de eeuw zal op enkele punten moeten
worden aangevuld, geheroriënteerd en zelfs herschreven. Wij blijken historisch steeds meer met elkaar verbonden...
In plaats van
de tot op heden hoofdzakelijke verbondenheid van Vlaanderen met het Frankrijk
te blijven benadrukken, moet onze blik noord- en (vooral) oostwaarts worden verruimd. Dit was voor
de kennis van de geschiedkundige (politieke) gebeurtenissen tot de 11de – 12de eeuw niet steeds het geval. Het negeren van de link naar het oosten is
hoofdzakelijk een 19de eeuws fenomeen ontstaan na de stichting van
het Koninkrijk België in 1830, toen een kunstmatige 'Vlaamse' historische reflex beginnend met de 11de- 13de eeuw, en georiënteerd op Frankrijk en de lokale graven van Vlaanderen, moest worden gecreëerd...
En de diepe kloof tussen de Duitse en Franse cultuursfeer nadien tussen grosso-modo de Frans-Duitse oorlog van 1871 tot het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945 is daar ook niet vreemd aan…
En de diepe kloof tussen de Duitse en Franse cultuursfeer nadien tussen grosso-modo de Frans-Duitse oorlog van 1871 tot het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945 is daar ook niet vreemd aan…
De méér dan
een halve eeuw tot Noordwest-Europa beperkt gebleven middeleeuwse geschiedschrijving
zal moeten worden opengetrokken en verruimd.
Zoals uit de resultaten van archeologisch bodemonderzoek steeds veelvuldiger valt op te maken, blijkt het concept 'ringwalburg' of 'rondburg' (circulaire of ringvormige versterking, zowel van het 'hoog' als 'laagburg' type) door de tussen de 6de en de 9de eeuw in centraal Europa binnenvallende Slavische e.a. volkeren geïntroduceerd en van daaruit via confrontaties met de Saksen ("Sachsenburg") en/of de Denen ("Denekamp") vermoedelijk binnen het Frankische rijk overgenomen, aangepast en verbeterd.
Al deze structuren veronderstellen een sterk gecentraliseerd bestuur dat er in de 9de tot 10de eeuw onder één of andere vorm zeker groeide...
In noordoosten van Duitsland bevonden er zich ooit vele tientallen ringwal- of vluchtburgen, meestal van Slavische origine (opgericht 7de-8ste eeuw, maar dikwijls in gebruik tot 10de-12de eeuw) met aanvankelijk beperkte afmetingen (60 à 80 m diameter), gekoppeld aan een ruim voorhof.
In de Karolingische periode (9de-10de eeuw) greep er duidelijk een assimilatie plaats in het vroegere Frankische kernrijk waar dergelijk burgtype strategisch ongebruikelijk was bij afwezigheid van externe militaire dreiging onder de Merovingers en waar op de Romeinse traditie werd verder gebouwd.
Dit veranderde grondig bij het begin van de invallen der Vikings, Magyaren, Wenden e.a. volkeren, toen men onder centraal gezag, i.p.v. op traditionele rechthoekige versterkingen, vernieuwend opteerde voor op Oost- of Noord-Europese voorbeelden gebaseerde, militair beter verdedigbare ringwalburgen met grote diameter.
Hoogte-ringwalburg m. koningspalts Werla
Verlaten oudere hoogteburgen bv. uit de ijzertijd (oppida, zgn. "Hüneburgen") werden aanvankelijk opnieuw
in gebruik genomen, heraangelegd en uitgebreid.
Nieuw stelde zich al spoedig de noodzaak tot oprichting van zowel hoogteburgen als van laaggelegen zgn. vlakte-ringwalburgen ("Niederungsburgen"), naar voorbeeld van strategisch efficiënt gebleken Slavische voorbeelden, omgeven door meren, water(lopen) en/of moerassen.
Een mooi voorbeeld is de oorsprong van de stad Teterow (Mecklenburg-Vorpommern): een tussen de 6de en de 9de eeuw stategisch op een eiland in een meer opgerichte compacte Slavische ringwalburg met voorhof (genre eveneens bewaarde ringwalburgen Brandenburg, Raddusch, Gross-Raden, Ratzeburg, Mecklenburg, Spandau). Op het eiland groeide nadien een kleine nederzetting die aan de basis lag van een tussen eind 9de en 11de eeuw door de Saksen gestichte grotere rondburg waaruit de huidige stad is ontstaan...
De noodzaak tot het oprichten van deze nieuwsoortige versterkingen stelde zich acuut omdat nederzettingen en handelscentra zich elders - meestal in kuststreken - hadden ontwikkeld dan in de nabijheid van oude hooggelegen oppida in het binnenland - in Nederland bijvoorbeeld. Daarenboven waren deze oudere verdedigingswerken te omvangrijk en te weinig functioneel voor hun nieuwe bestemming.
Nieuw stelde zich al spoedig de noodzaak tot oprichting van zowel hoogteburgen als van laaggelegen zgn. vlakte-ringwalburgen ("Niederungsburgen"), naar voorbeeld van strategisch efficiënt gebleken Slavische voorbeelden, omgeven door meren, water(lopen) en/of moerassen.
Een mooi voorbeeld is de oorsprong van de stad Teterow (Mecklenburg-Vorpommern): een tussen de 6de en de 9de eeuw stategisch op een eiland in een meer opgerichte compacte Slavische ringwalburg met voorhof (genre eveneens bewaarde ringwalburgen Brandenburg, Raddusch, Gross-Raden, Ratzeburg, Mecklenburg, Spandau). Op het eiland groeide nadien een kleine nederzetting die aan de basis lag van een tussen eind 9de en 11de eeuw door de Saksen gestichte grotere rondburg waaruit de huidige stad is ontstaan...
De noodzaak tot het oprichten van deze nieuwsoortige versterkingen stelde zich acuut omdat nederzettingen en handelscentra zich elders - meestal in kuststreken - hadden ontwikkeld dan in de nabijheid van oude hooggelegen oppida in het binnenland - in Nederland bijvoorbeeld. Daarenboven waren deze oudere verdedigingswerken te omvangrijk en te weinig functioneel voor hun nieuwe bestemming.
Via de Saksen
raakte het ringwal-type als verdediging structuur ook in het oude Frankische
rijk in gebruik, en werd er geperfectioneerd – accept, adapt and improve.
In de geschiedenis van de vestingbouw kunnen zij als rechtstreekse voorloper worden aanzien van de mote-and-bailey burcht uit de 11de-12de eeuw.
In de geschiedenis van de vestingbouw kunnen zij als rechtstreekse voorloper worden aanzien van de mote-and-bailey burcht uit de 11de-12de eeuw.
Anderzijds worden ook steeds meer bewijzen gevonden voor wederzijdse beïnvloedingen van Slavische met Frankisch-Duitse versterkingen.
De Trelleborg e. a. : 10de eeuw (Seeland - Denemarken)
Al ruimschoots bekend zijn de rondstructuren van o.a. de Deense Trelleborg, Aggersborg, Nonnebakken, Fyrkat en recent - in Vallö Manor (Köge). Zij werden verkeerdelijk als de voorlopers aanzien van de ringwalburgen in Noord-Duitsland en de Lage Landen. De meeste ringwalstructuren in Denemarken en Zuid-Zweden zijn in opdracht van Harald Blauwtand nochtans slechts aangelegd in de 10de eeuw - dus jonger dan deze in onze streken.
Eén der beide ringwalburgen nabij Cuxhaven (Schleswig, BRD)
Vlakte-ringwalburg
- de Lembecksburg nabij Borgsum (Schleswig-Holstein, BRD)
Opgravingsplan en reconstructie van Oost-Souburg (Zeeuws Vlaanderen)
Net
als in bv. het Zeeuwse Middelburg, het Vlaamse Veurne (waar sprake is van binaburgh - binnen de burg) of het Frans-Vlaamse Bergues (Sint- Winoksbergen), is deze ringwalburg nog heden in het stadsplan afleesbaar. Net als in het Nederlandse Oldenzaal en Oldenburg (Starigard) in Duitsland.
Zelfs Sint-Omaars, Bourbourg (Brokburg), en misschien zelfs Antwerpen (de Burg) en de omgeving van de Brusselse Sint-Goedele kathedraal zijn 'verdacht'...
Vergeten we dichter bij ons ook niet het Zeeuwse Oost-Souburg (Zuidburg), Burgh-bij-Haamstede, Domburg, Oostburg, Burgh-op-Schouwen, Kloetinge (?)...
De castella recens factae die ooit al historici zoals Pirenne, Van Werveke en Koch, alsook archeoloog De Meulemeester (1946-2009) hebben geboeid...
Voormalige ringwalburg Oldenzaal (Overijsel, Nederland)
Zelfs Sint-Omaars, Bourbourg (Brokburg), en misschien zelfs Antwerpen (de Burg) en de omgeving van de Brusselse Sint-Goedele kathedraal zijn 'verdacht'...
Vergeten we dichter bij ons ook niet het Zeeuwse Oost-Souburg (Zuidburg), Burgh-bij-Haamstede, Domburg, Oostburg, Burgh-op-Schouwen, Kloetinge (?)...
Het resultaat van de recente archeologische onderzoeken te Domburg...
Grondplan van de ringwalburg Middelburg (met dank aan WAD)
Een Gentse ringwalburg...?
Deze argumenten (en natuurlijk ook andere, specifieke die later worden toegelicht) bieden ook voor het ontstaan der Gentse "Kuip" een nieuwe hypothese aan...
Lag ook te Gent een rondburg aan de oorsprong van de middeleeuwse stad?
Sterke argumenten na het herlezen van oude teksten, aanwijzingen op het terrein, perceelsgrenzen (zowel concentrische als radiale) en lidtekens in het oude kadaster, parallellen met recente archeologische vaststellingen elders, spreken immers ook voor een Gentse rondburg - het tot op heden 'zoekgeraakte' Novum Castellum of de Arx Imperialis...?
De hypothetische 'Kuip van Gent' - concentrische 'lidtekens' (oude straten & perceelsgrenzen)
De hypothetische 'Kuip van Gent ' - radiale 'lidtekens' op basis van oude perceelsgrenzen
(...en zeggen dat men het nog maar pas eens was over een oudste hoefijzervormige stadsomwalling... sommige Gentse archeologen zullen niet tevreden zijn...)
Een beetje
geschiedenis ter herinnering
Men moet eerst leren aanvaarden dat in de cruciale periode van de stichting van ringwalburgen in het algemeen en het ontstaan van Gent in het bijzonder, de geschiedenis van Vlaanderen niet (enkel) op Frankrijk was gericht, maar dat tussen de 7de en de 12de eeuw onze geschiedenis ook sterk beïnvloed was door deze van de Saksen, Slaven, Denen en Friezen en andere invloeden uit het toenmalige Karolingische en Ottoonse-Salische Keizerrijk.
Het Ottoonse-Salische Keizerrijk rond 1000 met de situering van Gent en Magdeburg
De kern van
Vlaanderen was het gebied van de Salische Franken, het westelijke deel van het 6de eeuwse “Austrasië” (het noordelijk deel van het Frankische Rijk: het huidige
Vlaanderen, het oostelijk deel van Nederland, Brabant, Lotharingen, het
zuidelijk deel van Nord Rhein-Westfalen, Hessen). Dit embryo van het rijk van
Karel de Grote werd als eerste samengevoegd met het gebied van de Friezen (734)
en de Saksen (777-797).
In de 8ste eeuw strekte het gebied der Saksen zich uit tussen het oostelijke deel van Austrasië en Denemarken in, tot de rivieren Elbe en Saale. Deze grens zou zich tot de 11de eeuw bestendigen. Ten oosten daarvan situeerden zich toen nog hoofdzakelijk Slavische volkeren (Wenden, Sorben, Czechen). Ten westen reikte Saksen tot Friesland, Hamaland (Deventer, Zutphen) en de Nederlandse Rijn.
In de 8ste eeuw strekte het gebied der Saksen zich uit tussen het oostelijke deel van Austrasië en Denemarken in, tot de rivieren Elbe en Saale. Deze grens zou zich tot de 11de eeuw bestendigen. Ten oosten daarvan situeerden zich toen nog hoofdzakelijk Slavische volkeren (Wenden, Sorben, Czechen). Ten westen reikte Saksen tot Friesland, Hamaland (Deventer, Zutphen) en de Nederlandse Rijn.
Na de
splitsing van het Frankische rijk van Karel de Grote in 843 (Verdun) en 870
(Mersen, verdeling van het deel van Lotharius) vormde grosso-modo de vertikale
as Maas-Moezel de grens tussen het vroegere West-Karolingische (Karel de Kale)
en Oost-Karolingische rijk
(Lodewijk de Duitser). Dit laatste rijk strekte zich ondertussen oostwaarts over de
Elbe uit bijna tot de Oder, en zou in de daaropvolgende eeuwen zijn
invloedssfeer ook westwaarts, zelfs tot de Schelde uitbreiden.
De 9de en 10de eeuwen waren daarenboven eeuwen van onrust, veroveringen,
invallen en volksverhuizingen. Naast de Vikings (851, 884…) trokken zelfs
Magyaren uit Hongarije door de Duitse (906-908, 915, 937-938) en Franse (911-13,
934, 954) koninkrijken.
Uiteindelijk werden de Hongaren verslagen in de slag van Lechfeld nabij Augsburg anno 955: "…Sagittis hungarorum libera nos Domine" (“…van de Hongaarse pijlen verlos ons heer”). Zelfs in het Gentse zouden deze “Vandalen” of “Wandelaards” gesignaleerd zijn…
Uiteindelijk werden de Hongaren verslagen in de slag van Lechfeld nabij Augsburg anno 955: "…Sagittis hungarorum libera nos Domine" (“…van de Hongaarse pijlen verlos ons heer”). Zelfs in het Gentse zouden deze “Vandalen” of “Wandelaards” gesignaleerd zijn…
MOGADOBURG-GANDAVUM 1-1
Hypothetische reconstructie maximale grootte ringwalburg Magdeburg -
vergelijk met een hypothetische ringwalburg te Gent..
vergelijk met een hypothetische ringwalburg te Gent..
Onder de Ottoonse en Salische koningen en keizers situeerden Magdeburg en Gent zich respectievelijk aan de oostelijke en de westelijke grens van het toenmalige Duitse rijk. Beide groeiden na die periode uit tot belangrijke centra waaraan op het eerste gezicht hoefijzervormige omwallingen, resp. op de Elbe en op de Schelde, aanwezig waren - maar misschien wel eens een vergelijkbare 'hoogte-ringwalburg' aan de oorsprong kan liggen...
In Magdeburg verdween door de uitschurende werking van de snelstromende Elbe ter hoogte van de zgn. "Domfelsen", het oostelijk segment van een (voorlopig hypothetische) ringwalburg langzamerhand in de rivier...
Voor Gent geldt een ander argument: op basis van één cirkelvormig straatsegment (de zgn. "Rincstege"), en van één opgegraven grachtsegment, werd Gent's 'eerste versterking' met de natte vinger vervolledigd tot een hoefijzervormige eerste stadswal - hoofdzakelijk steunend op schaarse voorbeelden elders en het dictaat van eminente vorsers die men sinds Pirenne nauwelijks dorst tegen te spreken...
In Magdeburg verdween door de uitschurende werking van de snelstromende Elbe ter hoogte van de zgn. "Domfelsen", het oostelijk segment van een (voorlopig hypothetische) ringwalburg langzamerhand in de rivier...
Voor Gent geldt een ander argument: op basis van één cirkelvormig straatsegment (de zgn. "Rincstege"), en van één opgegraven grachtsegment, werd Gent's 'eerste versterking' met de natte vinger vervolledigd tot een hoefijzervormige eerste stadswal - hoofdzakelijk steunend op schaarse voorbeelden elders en het dictaat van eminente vorsers die men sinds Pirenne nauwelijks dorst tegen te spreken...
DE ZAAK ZUTPHEN...
Een "Niederungsburg" - de ringwalburg van Zutphen eind 9de-begin 10de eeuw
Het Frankische koningshof van Zutphen werd in 882 net als Deventer voor de Noormannen geplunderd en verwoest. Het is vermoedelijk graaf Everhardus van Hamaland die als reactie rond 890 een grote ringwalburg liet opwerpen, omgeven door niet minder dan 3 grachten - de grootste rondstructuur tot nu toe in Nederland...
Van toen af treffen we parallellen aan die voor de evolutie van Gent kunnen vooropgesteld: in de 11de eeuw is Zutphen korte tijd verblijfplaats geweest van de Duitse keizers die er een palts lieten bouwen. In 1046 schonk de Duitse keizer Hendrik III Zutphen aan het bisdom Utrecht. De bisschop liet er naast de palts een eerste grote kerk bouwen met een kapittel. Het bestuur van de ringwalburg werd 1121 overgelaten aan de (burg)graven van Zutphen. Deze werden snel machtig en trokken zich weinig meer aan van de bisschop. Zij verleenden Zutphen tussen 1191 en 1916 stadsrechten.
Ringwalburg Zutphen op plan 1832 m. derde gracht (pijl - tekening Groothedde)
Of zij ook hier een verblijf lieten optrekken is niet overgeleverd - wel zijn er bij recente opgravingen ten noorden van de vroegere Sint-Janskerk (eerste vermelding 965, nu de Sint-Baafskathedraal) in de Kapittelstraat oude funderingen aangetroffen die wel eens tot die periode zouden kunnen opklimmen...
Zutphen 1745 - nog tekent de ringwalburg zich duidelijk af...
...net als in Middelburg op deze recente luchtfoto...
... en Veurne!
En nu juist wanneer men op verschillende plaatsen - Middelburg, Zutphen, Domburg - steunend op recent archeologisch onderzoek tot het bestaan van een ringwalburg besluit, begint Veurne opnieuw te twijfelen aan een dergelijke rondburg...
Veurne "binaburgh" ofte "binnen de burg"...
Nochtans: de "Miracula
Sancti Bertini" spreekt over de oprichting van een verdedigingsgordel
van "castella recens facta",
vluchtburgen in het Vlaamse kustgebied waarbinnen men zich zou kunnen
beschermen tegen de invallen van de Noormannen. Dit gebeurde op centraal gezag
van de graaf van Vlaanderen, vermoedelijk om zijn positie als territoriale
vorst te (be)vestigen. In de "Miracula"
wordt o.a. de vluchtburg van St.-Omaars beschreven.
Daaruit, en bevestigd door archeologisch onderzoek, blijkt dat deze "castella" opgebouwd waren uit een
aarden wal met palissade en omgeven door een gracht, en volgend uit de
vermelding "recens", bleken
zij dus (kort) vóór 891 opgeworpen.
Sint-Omaars (Saint-Omer - Frans Vlaanderen) met aanduiding situatie voormalige hoogte-ringwalburg
(zoals in Gent?) en net als in Veurne met latere castrale motte (voorgrond)
(zoals in Gent?) en net als in Veurne met latere castrale motte (voorgrond)
Dat ook Veurne tot deze verdedigingsgordel kan behoren is
een hypothese die bevestigd werd door topografisch, archeologisch en historisch onderzoek van de stadskern. Zo wordt in 12de-eeuwse oorkonden de Sint-Walburga parochie als staand
"binaburgh" ('binnen de burg') gesitueerd, terwijl de Sint-Niklaas
parochie als "butanburgh" ("buiten de burg") wordt vermeld.
En net als in andere Vlaamse steden die zijn ontstaan uit
deze vroegmiddeleeuwse ringwalburgen, kan de oorsprong van Veurne uit het
stratenpatroon worden afgeleid: een circulaire versterking met een assenkruis van
wegen. De Meulemeester sneed begin jaren 1980 trouwens de ringwal aan tijdens het
archeologisch onderzoek van de (latere) grafelijke motte. Met een binnendiameter
van 198 meter was de overeenstemming van deze eventuele vluchtburg met de toen
al gekende voorbeelden van de beter bestudeerde Zeeuwse "castella"
opvallend. En sindsdien is onze kennis van de ringwalburgen in de Lage Landen
ruim uitgebreid...